Zondag Gaudete   14 december 2025

 Inleiding

Lieve mensen, van hárte welkom

Ik hoorde het op de tv een keer: hoe wij verlángen naar de ‘Kerstbeleving’ en hoe wij die in de tuincentra en warenhuizen kunnen vinden, èn kopen natuurlijk! Ieder jaar een nieuwe Kerst, met  nieuwe ballen, glitter en glamour, passend bij de laatste trend. Kerst te kust en te keur, en te koop, voor elk wat wils….En daarmee zou ons verlangen dan vervuld worden.. Ik vraag me daarbij dan wèl af, wát voor verlangen in de tuincentra vervuld wordt? Want ja, de Advent is de tijd bij uitstek waarin ‘verlangen’ voelbaar wordt. Maar over wat voor verlangen gáát het dan?

Vandaag horen we van vreugde en  blijdschap, Jesaja belooft ons gejubel en ééuwige vreugde. Maar dit is vreugde van een heel andere soort dan wat ik kan vinden in de tuincentra…..Het verlangen dat zo voelbaar wordt in de Adventstijd ieder jaar,

heeft alles te maken met ‘in verwachting zijn’.

Het is de tijd waarin we mèt Maria mee ‘in verwachting zijn’ van Jezus, die met Kerstmis geboren gaat worden. Maar realiseren we ons wel, dat wij  – als Maria  – nèt zó ‘in verwachting’ zijn, misschien wel: zouden móeten zijn tijdens de Advent? We gaan er straks dieper op in, maar laten we nu eerst even stil worden, en hier aanwezig komen, helemaal zoals we zijn, en ruimte maken in ons hart, om te kunnen ontvangen wat God onze Vader ons wil geven …

D I E N S T  V A N  H E T  W O O R D

  

Eerste lezing: Jesaja 35, 1-6a.10

Zo spreekt de Heer: “Woestijn en steppe zullen zich verheugen, jubelen en bloeien de dorre vlakte. Pronken zal zij met lelies, van blijdschap jubelen en juichen. De glorie van de Libanon valt haar ten deel, de luister van Karmel en Sjaron. Zij zullen de glorie van de Heer aanschouwen, de luister van onze God. Maak slappe handen sterk, geef kracht aan knikkende knieën. Spreek tot allen die de moed verloren hebben: Vat moed en vrees niet: Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden”.

Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme. Die door de Heer verlost zijn, zullen weer terugkeren. Jubelend komen zij naar Sion, hun hoofden omgeven met eeuwige vreugde. Zij zullen vreugde verkrijgen en blijdschap, en pijn en gejammer nemen de vlucht.

Tweede Lezing: Jakobus 5,7-10

Uit de brief van de heilige apostel Jakobus

Broeders en zusters,

Hebt geduld tot de komst van de Heer. De boer die uitziet naar de heerlijke vrucht van zijn land, kan alleen maar geduldig wachten, totdat de winter- en voorjaarsregens gevallen zijn.

Ook gij moet geduldig zijn en moedig, want de komst van de Heer is nabij. Klaagt elkaar niet aan; dan valt ge zelf onder het oordeel. Denkt eraan: de rechter staat al voor de deur.

Broeders en zusters, neemt een voorbeeld aan de lijdzaamheid en het geduld van de profeten, die gesproken hebben in de naam van de Heer.

Evangelielezing: Matteüs 11, 2-11

In die tijd hoorde Johannes in de gevangenis over de werken van de Christus en hij liet Hem door zijn leerlingen de vraag stellen: “Zijt Gij de komende, of hebben wij een ander te verwachten?” Jezus antwoordde hun: “Gaat aan Johannes zeggen wat gij hoort en ziet: blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd. Gelukkig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt”.

Toen zij vertrokken waren, begon Jezus tot de menigte te spreken over Johannes: “Waar zijt gij in de woestijn naar gaan zien? Naar een riethalm door de wind bewogen? Waar zijt gij dan wél naar gaan zien? Naar iemand in verfijnde kleding? Die verfijnde kleding dragen zijn te vinden in de paleizen der koningen. Waartoe zijt gij dan uitgetrokken? Om een profeet te zien? Inderdaad, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet! Hij is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor U uit die de weg voor uw komst zal bereiden. Voorwaar, Ik zeg u: Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper. Niettemin is de kleinste in het Rijk der hemelen groter dan hij.”

Overweging. 

Vandaag vieren we zondag Gaudete= verheugt u. Maar dat ‘gaudete’ staat in de gebiedende wijs: wij móeten ons dus verheugen! Dat is nogal een opdracht, waar niet per se altijd zo gemakkelijk aan is te voldoen, en zeker niet ‘op commando’. Ik vermoed, dat wij dat allemaal wel weten, zoals wij hier bij elkaar zitten, ieder met onze eigen levenssituatie, met alle vreugde maar ook alle verdriet, dat wij met ons meedragen. En verdriet weegt vaak zwaarder dan vreugde. Ook al zegt  het spreekwoord ons aan om  ‘onze zegeningen te tellen’, dat valt lang niet altijd makkelijk als er concreet allerlei moéilijkheden op onze weg komen.

Maar de belofte die Jesaja ons vandaag doet, en daarin opgenomen de hoop en het verlangen, die belofte geeft ons hoop, en vervult ons met vreugdevol verlangen:  de 1e lezing laat alle zwaarte er zíjn, hij gaat immers over woestijn en steppe, over dorre vlakte. Die zijn er dus, die worden niet ontkend. Maar de 1e lezing  zegt ons  daarover aan, dat die woestijn en die steppe, die dorre vlakte niet het laatste woord hebben. En dan moet u goed bedenken, dat Jesaja deze woorden profeteert ver voordat Jezus geboren is! Ik heb wel eens geprobeerd me voor te stellen hoe het zou zijn geweest , als wij vóór de komst van Jezus hadden geleefd. Dat kan ik mij niet zo goed voorstellen, hoe dat geweest zou zijn. Wij allemaal leven immers vanuit en ná de  Blijde Boodschap die Hij ons is komen brengen. En over dié Blijdschap, dié vreugde profeteert Jesaja vandaag. Jesaja zegt ver vóór de geboorte van Jezus dát het zal gaan gebeuren, dát de Messias zal komen. En hij verkondigt de vréugde die bij die belofte hoort! Hoop en vreugde, zo dicht bij elkaar…. En hij moedigt ons aan om midden in woestijn en steppe  = midden in alle zwaarte en  moeilijkheden die ons zo kunnen belagen, vol vertrouwen móed te houden, slappe handen sterk te maken, knikkende knieën sterk, en om ons te verheugen op de verwachting, de hoop, het verlangen naar het Heil dat komen zal.….

En speciaal op deze 3e Adventszondag wordt ons die vreugde aangezegd. We komen immers al dichter bij het feest waar we zo naar uitzien in deze Advent, het Kerstfeest, de komst van Jezus op aarde, en dat mogen,  moeten  we dan nog intenser gaan beleven. Ook een èchte, fysieke  zwangerschap gaat immers steeds zwaarder wegen op het eind…..Maar het is goed om ons te realiseren, dat wij wel leven ná de komst van Jezus, 2000 jaar geleden, maar dat wij tegelijkertijd toch óók nog vóór Zijn Komst leven, in Adventstijd immers. En dat Jesaja het dus ook tegen òns heeft!

En de betekenis van Maria mogen, moeten we daarbij niet uit het oog verliezen.

Want Maria is er direct bij betrokken, bij Jezus’ komst op aarde, bij deze Adventsperiode, deze tijd van verwachten..En ook wij zijn er direct bij betrokken.

Maria was het lijfelijk, het kindje Jezus groeide op in haar schoot….maar is dat eigenlijk niet  ook voor òns bedoeld ? Horen ook wíj niet ahw ‘lijfelijk’ in verwachting te zijn van Jezus? Kerkvader Augustinus zegt daarover: al was Jezus 1000 keer geboren in de stal van Bethlehem maar niet in ons hart, Zijn geboorte zou waardeloos zijn geweest…Wij vieren Kerstmis op 25 december, maar eigenlijk houdt het nooit op om Kèrstmis te vieren, Jezus’ geboorte moet nog steeds iedere keer opnieuw plaats vinden, iedere dag, in ons hart.  Ik heb daar zelf eerlijk gezegd nog nooit zó concreet op deze manier over nagedacht, dat nooit zo sterk op déze manier ervaren, dat ik, dat wij net als Maria nu ‘in verwachting’ zijn, zo concréét -lichamelijk betrokken bij het Kerstgebeuren !

En het is goed om ons daarbij te realiseren, dat van meet af aan, nog vóór de geboorte van Jezus, een bijzondere dynamiek begonnen is. Een dynamiek die wezenlijk hóórt bij het Adventsgebeuren. En dan denk ik aan Maria,  toen de engel Gabriël haar aankondigde dat zij zwanger zou worden en een zoon ter wereld zou brengen  die zij Jezus moest noemen.  Wat is Maria’s antwoord op de boodschap van de engel, van God? “Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar Uw woord”. Dié reactie van Maria is een bijzondere reactie, die een speciale innerlijke houding weergeeft. “Mij geschiede naar Uw woord”….Overgave en vertrouwen, dát is de reactie van Maria op de boodschap van de engel. Die innerlijke houding, dié dynamiek staat haaks op de eigenmachtigheid, de ego- gerichtheid, de maakbaarheids-illusie, die zo hoogtij viert in onze tijd. En ze spreekt dan haar Magnificat uit, een lofzang voor God Die zo grote dingen aan haar deed….(We horen het straks in een lied uitgezongen worden). Daarin wordt de vreugde en de blijdschap die Jesaja ons belooft nog eens benadrukt.

En door dié reactie van Maria  worden wij uitgenodigd om dat Maria na te zeggen, nu wij ònze ‘Advent’ vieren. Ook wíj worden uitgenodigd om te zeggen “mij geschiede naar Uw woord”. Om zo -net als zij- Jezus in òns geboren te kúnnen laten worden.  Overgave en vertrouwen. En ik noem die dynamiek, die innerlijke houding,  expres op deze zondag Gaudete, omdat het wellicht nòg duidelijker maakt waar wij toe worden opgeroepen, als ons vandaag wordt aangezegd dat woestijn en steppe zullen gaan bloeien. Vandaag wordt ons niet aangezegd, dat er geen woestijn en steppe, geen zwaarte en donkerte zal zijn in ons leven. Ook Jezus Zelf heeft dat meegemaakt, dat weten we. Vandaag wordt ons aangezegd, dat die zwaarte en dat donker niet het laatste wóórd hebben. Áls wij – in deze Adventstijd, net als Maria – ons ècht voegen in die dynamiek van het “mij geschiede naar Uw woord”, áls wij ons kunnen en leren voegen naar de óvergave en het vertrouwen wat van ons gevraagd wordt, om de Blijde Boodschap ècht te kunnen ontvangen, om het ècht Kerstmis te laten worden in ons, om Jezus ècht geboren te kunnen laten worden in òns, net als Maria. En dat gaat niet vanzelf, een geboorte doet pijn. Zegt Paulus ons dat ook niet aan als hij zegt “dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, alsmaar door”? Maar “woestijn en steppe zullen zich verheugen dorre vlakten zullen gaan bloeien” wordt ons vandaag aangezegd.   Áls wij de tijd nemen om  stil te worden en te luisteren naar dat diepe verlangen dat in ons leeft, en dat zo wordt aangeraakt in deze Adventstijd. Áls wij ons net als Maria die innerlijke houding van ‘’ overgave en vertrouwen” eigen kunnen maken, áls wij  bereidt zijn om zoals Paulus zegt “barensweeën te lijden alsmaar door”…  Dán zullen wij  de glorie van onze God kunnen aanschouwen, want dan zal het ècht Kerstmis worden.  Amen, dat het zo moge zijn!

Slotgedachte

Het arme hart is veel te klein

om woning voor de Heer te zijn

het rekt en trekt en voelt de pijn

van het alsmaar groter willen zijn.

“Eng is het huis van mijn ziel: laat het door U verruimd worden, dat Gij er komen kunt”  .

Augustinus, Belijdenissen I,V6

Woestijn en steppe zullen zich verheugen

                                                                              (Jes. 35, 1)